Per 1 april 2017 hebben zwangere vrouwen in Nederland de mogelijkheid om te kiezen voor de NIPT (niet-invasieve prenatale test) als eerste test voor de screening op down-, edwards-, en patausyndroom. Dit maakt deel uit van een wetenschappelijke implementatie studie. Vanaf dat moment kunnen zwangere vrouwen kiezen uit de al bestaande combinatietest, de NIPT of om niet te laten screenen.
De start van de NIPT als eerste screeningstest is in de afgelopen maanden intensief voorbereid door NIPT consortium leden vanuit de acht universitair medische centra (UMC’s), de betrokken beroepsgroepen, de VSOP en de NIPT-laboratoria in samenwerking met de Regionale Centra voor Prenatale Screening en het RIVM Centrum voor Bevolkingsonderzoek.
De UMC’s gaan deze test de komende drie jaar aanbieden in het kader van de TRIDENT-2 studie. Informatie over deze studie is te vinden op www.meerovernipt.nl. Het RIVM heeft nieuw voorlichtingsmateriaal voor zwangeren en hun partner ontwikkeld waarin staat uitgelegd welke keuzes ze hebben ten aanzien van deze screening.
Een goede counseling van zwangeren staat bij het aanbieden van prenatale screening voorop. Zwangeren moeten een goed geïnformeerde keuze kunnen maken tussen wel of niet deelnemen aan de screening. Geschoolde counselors, veelal de eigen verloskundige of gynaecoloog, begeleiden de vrouwen bij het maken van hun keuzes. Het RIVM heeft samen met de regionale centra voor prenatale screening en andere experts materialen ontwikkeld voor de counselors, om hen goed te informeren over de aankomende verandering. Daarnaast zijn alle counselors voor prenatale screening, voorafgaand aan de invoering van de NIPT verplicht bijgeschoold.
Op de website www.onderzoekvanmijnongeborenkind.nl kunnen zwangeren en hun partner meer lezen over de screening op down-, edwards- en patausyndroom en de verschillende screeningstesten.