Gynaecologen overtreden wet


Tientallen gynaecologen en verloskundigen overtreden de wet doordat zij zwangere vrouwen assisteren bij een bloedtest voor het syndroom van Down.

De test mag in Nederland alleen worden gedaan bij vrouwen met een verhoogd risico op een kind met down, maar is in België toegestaan. Ziekenhuizen en verloskundigenpraktijken nemen hier bloed af en sturen dat op naar het Antwerpse laboratorium Gendia. Daar komt wekelijks bloed binnen van zeker zestig Nederlandse vrouwen, zegt directeur Patrick Willems.

De Inspectie voor de Gezondheidszorg bevestigt dat er meldingen zijn binnengekomen over overtredingen. Die worden nu onderzocht, aldus een woordvoerster. Het Amsterdamse OLVG, dat de test aanbiedt, heeft de Inspectie al op bezoek gehad. Directeur Willems zegt dat zestig kleine ziekenhuizen en verloskundigenpraktijken in heel Nederland de nieuwe test aanbieden, meestal niet openlijk. Hij heeft zelfs een eigen ophaaldienst die wekelijks door Nederland rijdt.

De test, de zogeheten NIPT, valt onder de wet op het bevolkingsonderzoek en mag niet zomaar aan alle vrouwen worden aangeboden. Het is dan een vorm van screening bij gezonde vrouwen, net zoals bijvoorbeeld een mammografie. Maar gynaecologen en verloskundigen vinden de nieuwe test zo betrouwbaar dat ze die zwangere vrouwen niet willen onthouden, zeggen ze.

Met de NIPT worden dna-fragmenten van het ongeboren kind in het bloed van de moeder geanalyseerd. Gekeken wordt hoeveel exemplaren van chromosoom 21 aanwezig zijn. Bij drie in plaats van twee exemplaren is sprake van down. De test is nauwkeuriger dan de huidige combinatietest, die alleen een kansberekening geeft. Vrouwen die daarna zekerheid willen, moeten een vruchtwaterpunctie of een vlokkentest laten doen maar dat brengt het risico op een miskraam met zich mee. Om die nadelen te omzeilen, kiezen zwangere vrouwen voor de België-route. Ze moeten de test, die bijna 600 euro kost, daar zelf betalen.